Zelfhulp

Begin nu met het aanpakken van jouw faalangst

Ga zelf aan de slag met faalangst door middel van deze gratis online interventie.

Wat is een G-schema?

De meeste scholieren of studenten die last hebben van faalangst zitten vast in een negatief denkschema. Door bewustheid te creëren dat je in een negatief denkschema zit, is het mogelijk om dit negatieve schema te doorbreken [1]. Om dit te doorbreken maakt faalvrij gebruik van een g-schema.

Een G-schema bestaat uit vijf G’s namelijk, gebeurtenis, gedachten, gevoel, gedrag en gevolg [2].

Afbeelding van Pexels, geüpload door Nataliya Vaitkevich

Hier volgt een voorbeeld: een gebeurtenis (1e G) kan een herkansing voor een belangrijke toets zijn. De gedachte (2e G) die deze toets bij jou op kan roepen is “Ik kan het niet want ik heb het de eerste keer ook niet gehaald.”. Het gevoel (3e) wat je dan kan krijgen is onzekerheid of angst. Deze gedachten en gevoelens hebben invloed op jouw gedrag (4e G) doordat je bijvoorbeeld begint te hyperventileren van de zenuwen. Het gevolg (5e G) hiervan is dat je jezelf aanleert om bang te zijn voor belangrijke toetsen. Je blijft dit vervolgens hebben alsof je in een soort cirkel zit waar je voor je gevoel niet uit kan komen. Ga daarom zelf aan de slag met faalangst en doe de oefeningen!

Faalvrij biedt jou steun bij het doorbreken van deze cirkel doormiddel van onderstaande oefeningen, het doel is dat het bewustzijn creëert en dat je jou g-schema zo aan past dat je anders reageert op bepaalde situaties!

Oefening 1 Het in kaart brengen van jouw G-schema

  • Gebeurtenis (Wat speelt er? Welke situaties roepen faalangst bij jou op?)
  • Gedachten (Wat denk je tijdens de gebeurtenis? Welke gedachtes krijg je hiervan?)
  • Gevoel (Welk gevoel krijg je hierbij? Hoe voel je je?)
  • Gedrag (Wat voor gedrag laat je zien? Hoe reageer je?)
  • Gevolg (Wat zijn de gevolgen van jouw gedrag?)


Doordat deze dingen op papier worden gezet kan het voor inzichten zorgen, bijvoorbeeld bij de G van gedachten. Je komt tot het inzicht dat jouw gedachten tijdens de gebeurtenis het gewenste gedrag beïnvloeden waardoor dit jouw gewenste gevolg belemmert.

Oefening 2 Gedachten ombuigen (positief schema)

Kies een ingevuld G-schema uit waarin naar voren komt dat jouw gedachten voor negatieve gevoelens en negatief gedag zorgt. Schrijf deze gedachte(n) voor jezelf op en stel jezelf de volgende vragen:

  • Klopt mijn gedachte? (Is het relevant en terecht waarom ik dit denk?)
  • Denk bij jezelf na hoe een buitenstaander zou reageren als jij je gedachte uitspreekt (Nog steeds relevant?)
  • Op welke manier kan ik anders naar de situatie kijken? (Buig de gedachte om naar iets positiefs)
  • Helpen jouw gedachten jou om je positief te gedragen en om positief te denken.
Noot: Afbeelding van Pexels, geüpload door cottonbro studio

Ga bewust aan de slag met je gedachten, wanneer je merkt dat je negatief denkt probeer het om te zetten naar een positieve gedachte die jouw helpt bij jouw ideale gedrag en gevolg (Geen faalangst meer). Schrijf alle negatieve gedachtes op door middel van het G-schema, dit zorgt dat je je bewust wordt van de negatieve gedachten.

Oefening 3 Oefenen met een casus

Bedenk voor jezelf een casus waar je vaak tegen aan loopt, dit kan een minder heftige gebeurtenis zijn of hetgeen waar je het meest bang voor bent. Ga met bovenstaande oefeningen aan de slag en beantwoord deze vragen op basis van jouw gekozen situatie:

  • Welk gedrag wil ik graag laten zien en welk gedrag wil ik niet meer laten zien binnen deze situatie?
  • Welke negatieve gedachte zet ik om naar een positieve en wat zou de positieve gedachte dan zijn?
  • Wat voor gevolg heeft deze situatie nu en wat voor gevolg wil ik dat deze situatie heeft?
  • Hoe ga ik er voor zorgen dat ik het gewenste gedrag laat zien?
  • Hoe ga ik er voor zorgen dat het gewenste gevolg uitkomt?

Mocht je vragen hebben, zoek dan contact met ons op! Klik hier voor het contact formulier.

Bronnen

[1] Faber, M., Verkerk, G., Van Aken, M., Lissenburg, L., & Geerlings, M. (2006). Plezier op school: sterker naar de brugklas. Kind & Adolescent Praktijk5(1), 31–39. https://doi.org/10.1007/bf03059577

[2] Ringrose, H. J., & Nijenhuis, E. H. (1986). Bang zijn voor andere kinderen: Omgang en therapie met sociaal onhandige kinderen een werkboek (1st ed.). Noordhoff Uitgevers B.V.